De liedjes van Rob blijven eigentijds en poppy in het gehoor liggen. Zijn teksten laveren moeiteloos tussen grote en kleine vraagstukken maar zijn altijd met de pen van een poëet geschreven. Er huist een oude ziel in het lichaam van deze dertiger die met zijn opvallende tatoeages en hoed voor het podium lijkt te zijn geboren. Hij heeft er dan ook geen alledaagse weg op zitten. Rob stopte op zijn vijftiende met school en is gaan werken voor de kost; van stratenmaker tot vuilnisman. Zijn vrije tijd werd volledig opgeslokt door zijn grote liefde muziek en het waren zijn beste vrienden die hem aanspoorden om dan ook helemaal voor de muziek te kiezen. En zo geschiedde.