Zoals alle fundamentele dingen in het leven komen de liedjes van de twee in prachtige dualiteit: koesteren en van je afbijten, viespeuk afblijven en hier komen, ijdelheid en jongens-nijd, naar buiten kijken en lekker binnen blijven (want het regent - regen is stom en nat - ik blijf in bed naast jou).
Levendige strookjes van alledag die uiterst precies en pijnlijk in liedjes zijn gegoten. Een cello sluimert onverbiddelijk een liedje in en Loes sabelt met lichte, bijna verontschuldigende sneer in haar stem een minnaar neer.